In druppen regen,
kom ik je tegen.
Zie ik de tranen
die zijn gelaten.
Vallend op de grond.
Die koud en hard is,
geen geef meer kent.
Het heeft afgedaan,
Als leeg omhulsel.
Het is weg, je rilt.
De kilte verslind,
gedachten van hoop.
Gedoofd door schijn,
van vervalst vertrouwen.
Weemoed weerklinkt,
als lijdzaam besluit.
De liefde verloren,
door heerschap verbruid.
Article Categories:
Het verhaaltje