Een Werkendamse man is zo klaar met het lawaai van spelende kinderen naast hem dat hij naar de hoogste bestuursrechter is gestapt. De man eist dat de gemeente maatregelen neemt tegen de gastouderopvang.
Met mooi weer spelen ze de hele dag in de tuin. Op die dagen wil hij ook wel eens rustig in zijn tuin kunnen zitten, vindt de Werkendammer. De man is naar de Raad van State, de hoogste bestuursrechter, gestapt om zijn gelijk te krijgen.
Naast zijn huis aan de Van Randwijklaan in het Brabantse Werkendam worden sinds een jaar zes kinderen opgevangen van ouders die werken. Volgens de gemeente is de opvang vergelijkbaar met een gezin met zes kinderen. Maar daar is de Werkendammer het niet mee eens.
“In een gewoon gezin groeien kinderen op, maar ik kan twintig jaar lang wonen naast een huis met kleine kinderen.”
De man geeft toe dat zijn buurvrouw die de opvang runt haar best doet de overlast zo klein mogelijk te houden. Zo is het speelgoed dat het meeste lawaai maakt al vervangen. En staat er een schutting.
Maar dan nog zorgen de spelende kinderen volgens de man voor overlast. Zijn doel? Hij hoopt dat de gemeente ervoor gaat zorgen dat er betere voorwaarden komen. Bijvoorbeeld dat de achtertuin niet mag worden gebruikt.
Of dat gaat gebeuren? De uitspraak is over zes weken.