Jij, met je grote bruine ogen, zo onschuldig, en zo klein.
Altijd stond je aan mijn zij, maakte alles in mijn leven zo fijn.
Je groeide op, werd groter dan verwacht.
Innerlijk zo mooi, dat had ik niet gedacht.
Met ziekte of in nood, je stond altijd klaar.
Was nooit bang, ook al dreigde er gevaar.
Geen mens kan jou evenaren, met de liefde die jij bezit.
Alles ben je voor me, niks was voor ons zwart-wit.
Jij bent van mij en, ik ben van jou.
Ook al ben je er niet meer, weet dat ik nog enorm veel van je hou!
Article Categories:
Het verhaaltje